Nieuws

  • Podcast: interview met Hanneke Holthuis (Pictoright)

    Er is weer een nieuwe aflevering van de Zeven Hoofdzonden: een interviewserie over geleerde lessen, successen en hoofdbrekers in het collectief beheer. Frénk van der Linden, één van 's lands beste interviewers, spreekt in- en outsiders van de uitgeverswereld, het collectief beheer, en het auteursrecht. Hanneke Holthuis, general counsel/hoofd juridische zaken bij Pictoright, vertelt over haar ervaring binnen het collectief beheer de afgelopen jaren AI en Appropriation Art. 

    Luister de podcast via SoundCloud of Spotify.

     

    Sluit dit venster
  • Frénk van der Linden interviewt Wieke Hoge (Secretaris-Directeur CvTA)

    In de interviewserie De Zeven Hoofdzonden verkennen we geleerde lessen, successen en hoofdbrekens in het collectief beheer. Frénk van der Linden interviewt deze keer Wieke Hoge, secretaris-directeur van het College van Toezicht Auteursrechten (CvTA). Haar favoriete theatervoorstelling is momenteel de Jaren, bij het ITA naar het boek van Annie Ernaux en haar favoriete film is Barbie.

     Image of Wieke Hoge

     

    Allereerst: wie is Wieke Hoge? Hoe zou je het milieu willen schetsen waaruit je bent voortgekomen, en wat werd er zoal aan jou meegegeven aan kernwaarden?

    Wieke: Dat is een goede vraag. Ik ben niet religieus opgevoed, eerder atheïstisch. God werd naar het rijk der fabelen verwezen. Mijn vader was een wetenschapper, een scheikundige. De nadruk lag daarom vooral op het rationele. Mijn moeder was wel heel zorgend, van haar heb ik ook het gevoel meegekregen. Dat kwam dus eigenlijk heel mooi samen in mijn twee ouders. Zij gaven me veel ruimte, veel vertrouwen, en dat was zo terugkijkend geweldig. Ik mocht bijvoorbeeld toen ik een jaar of zeventien, achttien was op liftvakantie naar Italië. Later dacht ik: dat ze dat hebben toegestaan! Ik ben ze nog steeds dankbaar voor het vertrouwen dat ze me gaven.

    Als wij iets van jou zouden willen begrijpen, welk sleutelmoment zouden we dan moeten kennen?

    Wieke: In de westerse wereld is onze opvoeding heel erg op ratio gericht. Ik ben daar heel lang op doorgegaan, vijftien jaar gewerkt in de advocatuur. Ik moest dingen leren, een opleiding volgen, werken, mijn best doen. Ik zat heel lang in een bepaalde modus. En toen dacht ik: er is nog meer in het leven. Ik wilde toen mijn horizon verbreden. Rond 2014, ik was toen een jaar of veertig, ben ik in en om Amsterdam allerlei projecten gaan doen. Ik ben gaan werken bij de hulplijn in Amsterdam, om te praten met mensen die daar behoefte aan hadden. Ik ben na een mediation opleiding ook buurtbemiddelaar geworden, om conflicten te beslechten in de wijk. Ik deed een cursus tuinieren op de Elandsgracht. Ik deed een coachingsopleiding. Ik liet me inspireren door kunst, struinde door het Rijksmuseum. En wat toen gebeurde was dat ik veel meer met mijn gevoel in aanraking kwam. Ratio is belangrijk in het leven, maar dat contact met mijn gevoel was een belangrijke verrijking voor mijzelf maar vooral in mijn verbinding met anderen. Toen ik besloot om mijn werk weer op te pakken nam ik die ervaringen mee.

    En welke hoofdzonde zou je met deze les willen associëren? Misschien traagheid, dat dingen tot stilstand moeten worden gebracht?

    Wieke: Ik denk gulzigheid, gulzig zijn naar schoonheid in het leven. Ik heb die periode in mijn leven ook gebruikt om artistiek dingen te verkennen. Ik ben ook wel een beetje een schatzoeker. Ik vind kringloopwinkels erg leuk, daar kan ik me verwonderen over wat de mens allemaal heeft gemaakt en heeft gepresteerd. En zelf misschien ook iets te vinden uiteraard.

    Wat zou je meenemen uit het Rijksmuseum als niemand het ziet?

    Wieke: (lacht) Ja dat zou dan toch misschien een Rembrandt zijn.

    Nog een voorkeur mevrouw?

    Wieke: Ik heb laatst nog eens een rondje gedaan door de stad, omdat er meerdere tentoonstellingen zijn. Titus is natuurlijk weer even terug in Amsterdam.

    En wat spreekt je aan in dat doek?

    Wieke: Rembrandt heeft zijn zoon daar geportretteerd en hem vastgelegd in een moment van onbevangenheid. Er zit ontzettend veel zorg, liefde en aandacht in dat werk. Het kind is autonoom en dat ontroert mij.

    En hoe zou je gulzigheid willen verbinden aan je huidige werk?

    Wieke: Ik werk nu bijna twee jaar voor het CvTA. Toen ik aantrad in deze sector zeiden mensen om mij heen: verdiep je nou echt goed in wat we doen en hoe we het doen. Dat is nodig om een goede toezichthouder te zijn. Dat advies heb ik ter harte genomen. Ik ben nog stééds nieuwsgierig, ik wil wéten hoe het zit. We proberen daarom ook langs te gaan bij alle organisaties waarop we toezicht houden. In ons toezicht willen we ook maatwerk bieden en een open gesprek aan kunnen gaan.

    En we hebben het nu over de zeven zonden, maar er zijn uiteraard ook zeven deugden. En dat is natuurlijk ook heel mooi passend bij het werk van een toezichthouder, zonden én deugden. Ik ben van rechtvaardigheid. Persoonlijk maar ook zakelijk. En ik hoop dat we een rechtvaardige toezichthouder zijn, ook al klinkt dat een beetje saai misschien.

    Nog even over die nieuwsgierigheid. Ik kan me goed begrijpen dat je na twee jaar nog aan het ontdekken bent. Waar zou je meer van willen snappen?

    Wieke: Wij hebben te maken met rechthebbenden, makers, die een vergoeding krijgen voor hun werk. Dat wordt beheerd door collectieve beheersorganisaties, die ervoor zorgen dat die vergoeding er komt. Maar we leven in een wereld waar technologische ontwikkelingen zich snel opvolgen, het speelveld verandert ontzettend snel. Daardoor moeten we alert blijven. Wat zijn de bedreigingen? En wat zijn de kansen? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat dit systeem toekomstbestendig blijft? Dan denk ik bijvoorbeeld aan AI, waar veel over wordt gepraat maar nog weinig duidelijk over is wat er zal veranderen.

    Wat zou er moeten veranderen?

    Wieke: Begrijpen we elkaar altijd goed? Ik zou graag wat minder ruis op de lijn willen. Gewoon het gesprek aangaan door de telefoon te pakken of langs te gaan. Wij als CvTA kunnen het beter doen. Wij moeten duidelijke taal produceren, niet te wollig zijn, helder maken wat we bedoelen, onze rol duidelijk maken. Je hebt rekening te houden met diverse belangen en taken. Dat is een uitdaging maar het gaat ook om de relatie die je met elkaar hebt en onderhoudt.

    Bij ‘uitdaging’ wordt eigenlijk altijd bedoeld: verrekt ingewikkeld.

    Wieke: Als toezichthouder heb je voortdurend verschillende petten op. Er zijn 24 organisaties onder ons toezicht, en ieder daarvan is uniek en heeft een eigen werkveld. Maar bij ieder van die 24 kunnen we meer helderheid bieden. We merken dat onze conclusies toch vaak anders worden geïnterpreteerd. Ik hou van taal, dat creëren we met elkaar, je kunt er helderheid mee bieden en afspraken mee maken. Maar om daar te komen is een taal nodig die iedereen verstaat. Dat is een uitdaging, ja.

    Wat ik interessant vind aan de rol van toezichthouder is dat er een menselijk aspect in onze taak zit, als in: wat beweegt mensen, wat beweegt organisaties? Er zit ook een beetje liefde in dit werk, dat durf ik best te zeggen. We moeten empathisch kijken naar organisaties, maar ook naar onszelf. Wij als toezichthouder moeten ook af en toe durven zeggen: dat hebben we níet goed gedaan. Of daar moeten we van leren.

    Onlangs organiseerden we met het CvTA een conference en daar sprak Marilieke Engbers, een wetenschapster die onderzoek heeft gedaan naar het ongezegde. En dat doen we allemaal, in welke setting dan ook, dingen onbesproken laten. Ze raadde iedereen aan om je eens uit te spreken over het ongezegde. In het systeem van je eigen governance, eigen raad van bestuur, et cetera. Dat is een proces, vaak met kleine stapjes. Maar ik ben er wel een voorstander van.

     Welk materieel ding zou je nooit kwijt willen? Wat zou je meenemen als je huis in de brand staat?

    Wieke: Ik ben wel iemand die waarde toekent aan spullen met een geschiedenis, die verbonden zijn aan mensen. Er is een doosje met belangrijke spullen in mijn huis dat ik zeker mee wil nemen, met diploma’s. Dat is misschien een juristendingetje. En uiteraard foto’s van mijn familie.

     En hebzucht in je vakgebied? Waarvan je zegt: dat wil ik, bijvoorbeeld kennis of vaardigheden die je wilt hebben? Of een talent dat je wil behouden?

    Wieke: Het vermogen om te luisteren. Om in gesprek te gaan heb je bepaalde vaardigheden nodig. Dat past gek genoeg ook bij een rol als toezichthouder. Niet te veel praten, je moet óók kunnen luisteren.

    Wat maakt iemand een goede luisteraar?

    Wieke: Je moet in zekere zin een extra paar oren hebben. Het is niet alleen luisteren, maar ook kijken, voelen en zien. Je moet willen begrijpen wat er gezegd wordt, en teruggeven als je iets niet hebt begrepen, zodat de ander wat kan aanvullen. Niet te snel oordelen, want dat doen we vaak te makkelijk. Dat wordt toezichthouders bovendien altijd verweten, dat we te snel een oordeel klaar hebben. Het zou natuurlijk mooi zijn als we helemaal geen oordeel zouden hebben, maar dat is niet de rol die we hebben.

    Kun je een organisatie noemen waar je jaloers op bent? Bijvoorbeeld jaloezie op hoe ze de boel voor elkaar hebben. Je kunt bijvoorbeeld jaloers zijn op het Rijksmuseum, één van de best gesponsorde instellingen van dit land is.

    Wieke: Wellicht ben ik jaloers op organisaties die meer ruimte hebben in hun budget. Wij zijn een zeer kleine organisatie: we hebben drie collegeleden en een staf van zes personen. Met dit clubje moeten wij het toezicht doen, en dat doen we uiteraard naar beste eer en geweten. Dat vereist veelzijdigheid.

    Sinds kort hebben we gelukkig ook hele goede contacten met andere toezichthouders door het Markttoezichthoudersberaad, waar acht andere toezichthouders bij aangesloten zijn. En als je dan bijvoorbeeld bij De Nederlandse Bank komt, daar werken tweeduizend mensen. Die hebben een wetenschappelijk bureau tot hun beschikking, om dat toezicht te verrijken. Om dat even in perspectief te plaatsen: wij doen dat met z’n negenen.

    Dat is een herculestaak.

    Wieke: Het is ook wel weer heel erg leuk. Het zijn drukke werkweken, waarbij we hier met elkaar een behoorlijke inzet plegen. Ik ben ook wel iemand van kwaliteit, goed willen doen. En dat is ook een belangrijke kwaliteit als toezichthouder. Ook de sector mag dat van ons verwachten.

    Tegelijkertijd mag de sector ook gerust weten, want ze betalen voor 50% mee aan ons toezicht, dat we daardoor vaak lange doorlooptijden bij het CvTA hebben. Niet alles kan binnen de tijd die er soms voor staat, maar we doen het maximaal haalbare. We zijn zeker niet overstaffed en als publieke organisatie proberen we uiteraard heel bewust met de middelen om te gaan die we hebben.

    Benijd je iemand in je persoonlijke leven?

    Wieke: Jaloezie is uiteraard een nare zonde. Maar ik ben wel jaloers op mensen die veel vrije tijd hebben. En tegelijkertijd is werken natuurlijk ook erg leuk.

    En wat spreekt je aan, aan die mensen die veel vrije tijd hebben? Dat ze glazig voor zich uit kunnen staren?

    Wieke: Tja, waar benijd ik ze om? Nou, ik geloof wel dat iets meer vrije tijd, het loskomen van je dagelijkse gang en routines, je nog meer verdere inzichten en verdere reflectie kan bieden, waardoor je bijdrage misschien toch van meerwaarde wordt. Soms zit je er te veel in. Beetje uitzoomen kan helpen.

    Welke vorm van hoogmoed kom je weleens tegen in de wereld waarin het College van Toezicht zich beweegt?

    Wieke: ‘Dat doen we wel even’, die houding wellicht. Maar ja, het is natuurlijk niet zomaar even gedaan. En soms is het wereldje wel een beetje in zichzelf gekeerd, waarbij er voor deskundigheid steevast naar dezelfde groep deskundigen wordt gekeken. Dat mag best opengebroken worden. Bijvoorbeeld door jonge mensen op te leiden in het vak. Er wordt geïnvesteerd in opleidingstrajecten, maar het is nog moeilijk om daadwerkelijk stappen te zetten in verjonging en ‘bijkleuren’, ondanks dat dit toch al een hele diverse sector is. De hogere posities bestaan uit een oudere bovenlaag.

    Ik denk dat het antwoord ligt in het feit dat je breder moet durven kijken. Er wordt nu toch vaak binnen de eigen gelederen gezocht. Maar je kunt je ook afvragen of je in bepaalde rollen niet beter een professional kunt inzetten, uit andere sectoren, die kan voor wat vers bloed zorgen.

    Heb je jezelf eens betrapt op een hoogmoedige gedachte?

    Wieke: Iedere dag! (lacht) Nee hoor. Ik vind dat je jezelf elke dag in de spiegel moet kijken en moet kunnen zeggen: ik heb mijn best gedaan. En soms moet je dan ook vaststellen: er was toch iets meer nodig. Dat is altijd een zelfkritische stem.

    Zijn er dingen geweest in je loopbaan waarvan je dacht: dit gaat me niet weer overkomen?

    Wieke: Nou, ik ben een vrij bedachtzaam type. Mijn reactie is vaak secundair, ik ben niet heel primair daarin en ook wel een beetje zo opgevoed, eerst nadenken, dan doen. Ik zou dolgraag iemand willen zijn die altijd de juiste woorden paraat heeft. Ik heb toch wel eens dat ik naar huis fiets en denk: had ik maar dít gezegd, of dát gezegd. Dan was de afloop heel anders geweest. De les die ik steeds meer leer is dat wat vrijer je gedachten uitspreken, niet alleen jezelf maar ook de ander verder kan brengen.

    Dan nog even over de hoofdzonde traagheid. Wat gaat er traag in de sector?

    Wieke: Ik zou dan eerst graag de hand in eigen boezem willen steken. Het CvTA zelf is traag in het innoveren, in het meegroeien naar de eisen van deze tijd. En dat zal zijn neerslag hebben op een sector die daarmee ook het nodige te stellen heeft. Wij werken naar de Wet toezicht, die bestaat straks twintig jaar. We hebben sinds het ontstaan van die wet een bepaalde methode ontwikkeld, en die is in grote lijnen ongewijzigd. Die methode is niet fout, maar het kan soms wel beter, of mooier, of efficiënter. We stellen onszelf als CvTA regelmatig de vraag of het op een andere manier kan om meerwaarde te kunnen bieden. Maar de uitvoering daarvan laat op zich wachten, mede doordat we zo’n klein clubje zijn. Ik zou dat graag sneller doen.

    Anderzijds krijgt het CvTA krijgt wel vaak te horen dat we zout op slakken leggen. CBO’s zeggen: jullie zijn te pietluttig, jullie zeuren te lang door. Geef ons meer ruimte.

    Is dat nonsens?

    Wieke: Nee, er is zit daar wel een kern van waarheid in. We zouden dat graag anders willen zien, maar zien daar niet altijd een mogelijkheid toe. Maar het moet ook een samenwerking zijn. Dus soms traagheid bij ons, maar ook traagheid bij de sector: in het aanleveren van dossiers, in het geven van goede informatie.

    Traagheid doe je ook samen.

    Wieke: Traagheid is soms ook samen, ja. Wat ik graag zou willen, dat is een soort persoonlijke drive van mij, is dat zo’n sector zegt: oh wat leuk dat er ook nog een externe toezichthouder is. Want jullie wijzen ons soms op dingen, daar hebben we wat aan. Dat is mijn hoofddoel.

    Dream on, Wieke! De politieagent die hoopt dat als hij fietsers op de vingers tikt, juichend wordt onthaald.

    Wieke: Interessant dat je die vergelijking maakt. We zijn namelijk een visie aan het ontwikkelen van wat voor sóórt toezichthouder we willen zijn. Je kunt natuurlijk als toezichthouder een politiepet opzetten. Maar er zijn ook voorbeelden dat je bij wijze van spreken náást de organisatie gaat staan en zegt: dit is ons gezamenlijk doel, jij houdt die kant vast, ik die kant, en we trekken samen op, bij wijze van spreken. Dat kost ook tijd.

    Ben je als persoon ook weleens traag geweest?

    Wieke: Ja, ik denk graag goed na over dingen. Dan denk ik liever nog ergens extra over na, dan weet ik zeker dat het goed zit. Maar soms moet je natuurlijk wat vlotter zijn. Natuurlijk kan ik ook heel snel zijn. Dat leer je ook met je leeftijd. Je hebt niet altijd de luxe om lang over iets na te denken. En dan moet je een beetje vertrouwen hebben in de uitkomst.

    Wat is er onkuis aan de wereld waarin jullie je begeven? Wat is wat betreft ethiek nog wel wat bij te zetten? Is nog niet helemaal zuiver?

    Wieke: De reden waarom wij ooit in het leven zijn geroepen, is omdat de wetgever zich zorgen maakte over het feit dat die organisaties een monopoliepositie zouden hebben. Dus dat ze veel macht hebben en eigenlijk zelf de tarieven kunnen bepalen. En in het verleden waren er ook misstanden, waarbij er te veel aan de strijkstok bleef hangen. Het feit dat wij toezicht houden is om die cirkel een beetje te dempen.

    Om die onzuiverheden uit te bannen.

    Wieke: In ieder geval om die in balans te houden.

    Is die wereld inmiddels voldoende gezuiverd?

    Wieke: Nou, er zijn dus 24 organisaties die dit werk doen en dat juichen we ook toe. Het zijn ook allemaal organisaties die allemaal in stand moeten worden gehouden, die ook geld kosten, waardoor er ook misschien minder geld naar de makers gaat. Er is weleens gesproken van, goh, moet er niet eens meer samenwerking in die sector zijn, zodat je kosten nog verder kunt besparen. En toch gaat dat nog steeds heel moeilijk, dat samenwerken. Het zit er vaak niet in, want de organisaties zijn te verschillend.  Ik begrijp ook dat dat lastig is en wil dat dus liever niet ‘onkuis’ noemen, maar ik denk dat er nog zeker wel wat te winnen valt.

    En dan zijn er ook nog spanningen tussen de makers en de producenten.

    Wieke: We horen weleens van betalingsplichtigen dat ze te veel moeten betalen. En aan de andere kant horen we van rechthebbenden dat ze te weinig krijgen. En ergens moet dat bij elkaar gebracht worden. En dat is natuurlijk de lastige taak van ons als toezichthouder: rekening houden met die rechthebbenden, maar ook met die betalingsplichtigen.

    Stel, ik geef je een almacht en een grote zak met geld. Wat zou je dan als eerste veranderen in je contact met het collectief beheer? Waar zou je dat graag op inzetten?

    Wieke: Op goed uitgeruste organisaties, met mensen en middelen.

    Dus dat sluit aan bij waar we het eerder over hebben: ook zij zijn niet overstaffed. En er lijkt wel goede wil te zijn, maar het is zo eigenlijk ondoenlijk.

    Wieke: Er zijn ook CBO’s met slechts één fte, en ook zij moeten zich aan die wet toezicht houden.

    Dus je zegt, niet alleen wij zouden liever ruimer in onze stafleden willen zitten, dat wens je ook die anderen toe.

    Wieke: Ja. Dat gaat misschien niet op voor de groten, Buma Stemra en Sena. Maar er zijn veel organisaties waarbij we moeten kijken naar wat we kunnen doen met de middelen die er zijn en de ruimte die er is.

    Wat zou je uitgevers mee willen geven?

    Wieke: Wij hebben prettig contact met uitgeversorganisaties PRO, UvO, maar ook IPRO. Onze indruk is dat het heel goed loopt. En tijdens de jubileumviering van 25 jaar PRO ging de uitgeverswereld ook zeker meer voor mij leven. Die wereld is mij niet onbekend, want ik heb een zwager die uit een uitgeeffamilie komt.

    Goed nieuws is ook weleens nieuws.

    Wieke: Het gaat eigenlijk best heel goed in de sector. Er zijn natuurlijk nog heel wat puntjes op de i te zetten. Organisaties hebben een wettelijke verplichting om transparant zijn bijvoorbeeld, over hun tarieven, welke voorwaarden ze hanteren, en dat op hun website zetten. Dat doen ze eigenlijk harstikke goed. Het zou wel zo kunnen zijn dat een toezichthouder op dit vlak op den duur niet meer nodig is.

    Idealiter werkt een toezichthouder naar zijn eigen afschaffing toe.

    Wieke: In een ideale wereld werkt de markt naar behoren. En zou een toezichthouder inderdaad niet nodig moeten zijn.

    Dus je kijkt uit naar de dag dat het College van Toezicht kan worden opgeheven.

    Wieke: Ja, ik zou dat niet gek vinden.

     En dan tot slot: wat is jouw woord voor de wereld?

    Wieke: Ik moet dan denken aan mijn oma, die tot op hoge leeftijd ontzettend scherp was. Die zei: er is genoeg moois in de wereld voor wie het wil zien. Die wijsheid geef ik graag door

     

    Dit interview vond plaats op 13 juli 2023 en is uitgetypt door Lonneke Geerlings

    Sluit dit venster
  • Uitkering vergoeding auteursrecht vanuit hoger onderwijs

    Stichting UvO keerde onlangs aan betrokken Nederlandse uitgevers een vergoeding uit voor het hergebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal in het onderwijs, de zgn. readervergoedingen

    In onze webportal vindt u uw digitale ‘repartitiefactuur’ terug. 

    Betaal het auteursaandeel door
    Dit is een bruto vergoeding voor uitgevers. Uw freelance auteurs hebben waarschijnlijk recht op een gedeelte van dit geld. U bent hier zelf verantwoordelijk voor. De hoogte van de doorbetaling is afhankelijk van uw eigen contractuele afspraken met auteurs. U mag eventueel gemaakte verdelingskosten inhouden, indien u dat bent overeengekomen.

    U hoeft niet door te betalen aan uw medewerkers in loondienst. Ook freelance makers van foto’s, illustraties, bladmuziek, dagbladen en algemene boeken hoeft u niet door te betalen: zij ontvangen namelijk vergoedingen via hun eigen organisaties (Lira, Pictoright, etc.).

    Vergoeding verschilt ieder jaar
    De precieze hoogte van uw vergoeding kan per jaar verschillen. De hoogte hiervan wordt namelijk gebaseerd op onderzoek en steekproeven. Daarnaast kan het bedrag aangevuld worden met incidentele inkomsten of een overschot uit het eigen vermogen.

    Ook de nieuwe afspraken met universiteiten (UNL, voorheen VSNU) kunnen van invloed zijn. Voorheen bestond de afkoop uit een klein gedeelte voor korte overnames en een groot gedeelte voor middellange overnames. Sinds 1 januari jl. zijn dat twee gelijke delen geworden in de afkoop. Daardoor ontvangen uitgevers die een hoog aandeel ‘kort’ ontvangen nu waarschijnlijk meer geld, en uitgevers met een hoog aandeel ‘middellang’ waarschijnlijk minder geld.

    Vragen? 
    Voor meer informatie zie onze FAQ. Voor overige vragen neem gerust contact met ons op. 

     

    Sluit dit venster
  • Inzicht in uw vergoedingen

    Hoeveel geld heeft u als uitgever ontvangen vanuit PRO en UvO? En waar komt dit geld eigenlijk vandaan? Ook dit jaar vinden aangesloten uitgevers een overzichtelijk antwoord op deze vragen in een persoonlijk uitgeversoverzicht. Dit gecombineerde overzicht van PRO en UvO is zichtbaar op beide portals (indien van toepassing). Ga naar één van de portals en download PRO en UvO in beeld 2022.

    Naar UvO portal

    Sluit dit venster
  • Extra uitkering vergoeding auteursrecht vanuit hoger onderwijs

    Stichting UvO keerde onlangs aan verschillende Nederlandse uitgevers een extra vergoeding uit voor het hergebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal in het onderwijs, de zgn. readervergoeding. UvO benaderde met name 'nieuwe' uitgevers en rechthebbenden die naar voren waren gekomen in het uitvoerige onderzoek dat is gedaan aan hogescholen en universiteiten. Extra inspanning is geleverd om ook hun gegevens te achterhalen, zodat zij ook kunnen profiteren van de nieuwe verdeelsleutel, die eind 2022 werd gebaseerd. In onze webportal vinden de betrokken uitgevers hun digitale ‘repartitiefactuur’ terug. 

    Betaal het auteursaandeel door
    Dit is een bruto vergoeding voor uitgevers. Uw freelance auteurs hebben waarschijnlijk recht op een gedeelte van dit geld. U bent hier zelf verantwoordelijk voor. De hoogte van de doorbetaling is afhankelijk van uw eigen contractuele afspraken met auteurs. U mag eventueel gemaakte verdelingskosten inhouden, indien u dat bent overeengekomen.
    U hoeft niet door te betalen aan uw medewerkers in loondienst. Ook freelance makers van foto’s, illustraties, bladmuziek, dagbladen en algemene boeken hoeft u niet door te betalen: zij ontvangen namelijk vergoedingen via hun eigen organisaties (Lira, Pictoright, etc.).

    LET OP: De hoogte van deze vergoeding is anders dan andere jaren
    Door verschillende ontwikkelingen is de hoogte van uw vergoeding misschien anders dan u gewend bent. Dat heeft verschillende oorzaken:

    • Verdeelsleutel geactualiseerd

    Per deze uitkering gaat een nieuwe verdeelsleutel in (ook wel: ‘aandeelverdeling’). De oude verdeling was gebaseerd op studentenonderzoek, waarmee slechts een klein gedeelte van het hergebruik in kaart was gebracht. De afgelopen jaren heeft UvO echter structureel onderzoek gedaan naar het daadwerkelijk hergebruik van content aan diverse hogescholen en universiteiten. Door onze uitgebreide inzagen kunnen wij daarom nu nauwkeurig uitkeren aan de juiste (Nederlandse) rechthebbenden. De verschuivingen in de verdeelsleutel zijn echter groot, en het kan zijn dat uw readervergoeding hoger of lager uitvalt dan in voorgaande jaren. De verdeelsleutel zal ten minste toegepast worden voor de komende drie jaar, oftewel t/m 2025.

    • Vergoeding verschilt ieder jaar

    Daarnaast kan de precieze hoogte van uw vergoeding per jaar verschillen. De hoogte hiervan wordt namelijk gebaseerd op onderzoek en steekproeven. Het bedrag kan aangevuld worden met een thuiskopievergoeding en, indien van toepassing, een overschot van het eigen vermogen van de stichting.

    Vragen? 
    Voor meer informatie zie onze FAQ. Voor overige vragen neem gerust contact met ons op. 

     

    Sluit dit venster
  • Podcast: interview met Jelle Buizer (FD)

    Er is weer een nieuwe aflevering van de Zeven Hoofdzonden: een interviewserie over geleerde lessen, successen en hoofdbrekers in het collectief beheer. Frénk van der Linden, één van 's lands beste interviewers, spreekt in- en outsiders van de uitgeverswereld, het collectief beheer, en het auteursrecht. Jelle Buizer, portfolio & customer success manager bij FD Mediagroep, vertelt over zijn ervaring binnen het collectief beheer de afgelopen jaren. 

    Luister de podcast via SoundCloud of Spotify.

     

    Sluit dit venster
  • Uitkering vergoeding auteursrecht vanuit hoger onderwijs

    Stichting UvO keerde onlangs aan betrokken Nederlandse uitgevers een vergoeding uit voor het hergebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal in het onderwijs, de zgn. readervergoedingen. In onze webportal vindt u uw digitale ‘repartitiefactuur’ terug. 

    Betaal het auteursaandeel door
    Dit is een bruto vergoeding voor uitgevers. Uw freelance auteurs hebben waarschijnlijk recht op een gedeelte van dit geld. U bent hier zelf verantwoordelijk voor. De hoogte van de doorbetaling is afhankelijk van uw eigen contractuele afspraken met auteurs. U mag eventueel gemaakte verdelingskosten inhouden, indien u dat bent overeengekomen.
    U hoeft niet door te betalen aan uw medewerkers in loondienst. Ook freelance makers van foto’s, illustraties, bladmuziek, dagbladen en algemene boeken hoeft u niet door te betalen: zij ontvangen namelijk vergoedingen via hun eigen organisaties (Lira, Pictoright, etc.).

    LET OP: De hoogte van deze vergoeding is anders dan andere jaren
    Door verschillende ontwikkelingen is de hoogte van uw vergoeding misschien anders dan u gewend bent. Dat heeft verschillende oorzaken:

    • Verdeelsleutel geactualiseerd

    Per deze uitkering gaat een nieuwe verdeelsleutel in (ook wel: ‘aandeelverdeling’). De oude verdeling was gebaseerd op studentenonderzoek, waarmee slechts een klein gedeelte van het hergebruik in kaart was gebracht. De afgelopen jaren heeft UvO echter structureel onderzoek gedaan naar het daadwerkelijk hergebruik van content aan diverse hogescholen en universiteiten. Door onze uitgebreide inzagen kunnen wij daarom nu nauwkeurig uitkeren aan de juiste (Nederlandse) rechthebbenden. De verschuivingen in de verdeelsleutel zijn echter groot, en het kan zijn dat uw readervergoeding hoger of lager uitvalt dan in voorgaande jaren. De verdeelsleutel zal ten minste toegepast worden voor de komende drie jaar, oftewel t/m 2025.

    • Vergoeding verschilt ieder jaar

    Daarnaast kan de precieze hoogte van uw vergoeding per jaar verschillen. De hoogte hiervan wordt namelijk gebaseerd op onderzoek en steekproeven. Het bedrag kan aangevuld worden met een thuiskopievergoeding en, indien van toepassing, een overschot van het eigen vermogen van de stichting.

    Vragen? 
    Voor meer informatie zie onze FAQ. Voor overige vragen neem gerust contact met ons op. 

     

    Sluit dit venster
  • Verhuizing Stichting UvO

    Vanaf maandag 7 november 2022 zal Cedar en de aangesloten stichtingen (waaronder Stichting UvO) verhuizen naar een nieuw adres:

    Transpolis
    Polarisavenue 81
    2132JH Hoofddorp

    Onze telefoonnumers en postbosnummer blijven hetzelfde.

    Verhuisbericht Cedar en stichtingen (november 2022)

    Sluit dit venster
  • MEVW-position paper over open access

    Open Access is een brede internationale beweging die streeft naar gratis en open online toegang tot wetenschappelijke publicaties en data. Voor uitgevers biedt deze ontwikkeling mogelijkheden en kansen, maar uiteraard ook risico's. Daarom heeft Media voor Vak en Wetenschap (MEVW, voorheen GEU en MVW) een uitgebreid position paper geschreven over deze vorm van publiceren, met daarin speciale aandacht voor de rol van uitgevers. De position paper en toelichting zijn te vinden op de MEVW-website.

    Sluit dit venster
  • Podcast: interview Marcella van der Kruk

    Er is weer een nieuwe aflevering van de Zeven Hoofdzonden: een interviewserie over geleerde lessen, successen en hoofdbrekers in het collectief beheer. Frénk van der Linden, één van 's lands beste interviewers, spreekt in- en outsiders van de uitgeverswereld, het collectief beheer, en het auteursrecht. Marcella van der Kruk, uitgever non-fictie bij Atlas Contact, geeft haar visie over het boekenvak, auteursrecht en het leven.

    Luister de podcast via SoundCloud of Spotify.

     

    Sluit dit venster
  • Podcast: interview Charlotte Meindersma

    Er is weer een nieuwe aflevering van de Zeven Hoofdzonden: een interviewserie over geleerde lessen, successen en hoofdbrekers in het collectief beheer. Frénk van der Linden, één van 's lands beste interviewers, spreekt in- en outsiders van de uitgeverswereld, het collectief beheer, en het auteursrecht. Jurist Charlotte Meindersma geeft haar ongezouten mening over auteursrecht en alles wat daarbij komt kijken.

    Luister de podcast via SoundCloud of Spotify.

    Sluit dit venster
  • Infographic: welke vergoedingen ontvangen uitgevers?

    Via de stichtingen PRO en UvO kunnen uitgevers vergoedingen ontvangen, waaronder een leenrechtvergoeding, een reprorechtvergoeding, een thuiskopievergoeding en/of een readervergoeding. Bekijk in één oogopslag of u alle vergoedingen ontvangt waar u recht op hebt via onze nieuwe infographic.


    Maker: De Animatier, 2022.

    Sluit dit venster
  • Video: PRO en UvO in het kort

    Collectieve vergoedingen worden betaald door het bedrijfsleven, het onderwijs, bibliotheken en consumenten. De stichtingen PRO en UvO keren dit weer uit aan uitgevers. Ontvangt u alle vergoedingen waar u recht op hebt? Deze video legt in twee minuten uit wat PRO en UvO doen voor uitgevers.

    Sluit dit venster
  • Intensievere samenwerking UvO en Pictoright

    27 oktober 2021

    Stichting UvO en Pictoright zijn afgelopen september tot een intensievere samenwerking gekomen. Uit onderzoek van UvO bleek namelijk dat het percentage afbeeldingen bij hbo’s en universiteiten stukken hoger is t.o.v. de totale waarde van auteursrechtelijk beschermd materiaal dan voorheen werd aangenomen. Dit is grotendeels te danken aan het toenemende gebruik van PowerPoint-presentaties in het onderwijs, waardoor ook meer afbeeldingen worden (her)gebruikt.

    Hoewel het onderzoek van UvO nog steeds loopt, is het wel al duidelijk dat beeldmakers een groter aandeel horen te krijgen. Vooralsnog is er enkel overeenstemming over boekjaar 2021 bereikt: Pictoright ontvangt over dit jaar 22% van de afkoop van universiteiten en 10% van de afkoop van hogescholen. Zodra het onderzoek afgerond is, vermoedelijk in 2022, zullen de partijen wederom om de tafel gaan zitten voor een definitieve aandeelverdeling en verdere afspraken over toekomstige onderzoeken naar afbeeldingen.

    Barry Pijnacker, Vincent van den Eijnde en Arlette Bekink tekenen de nieuwe MOU tussen UvO en Pictoright m.b.t. de aandeelverdeling van de readergelden.

    Sluit dit venster
  • Extra vergoeding 'readergelden'

    Onlangs ontvingen een aantal uitgevers een extra vergoeding van Stichting UvO. Het afgelopen jaar hebben wij namelijk controles uitgevoerd bij een aantal hogescholen. Daarbij bleek dat er zonder toestemming content van verschillende uitgevers werd gebruikt. Na bemiddeling van Stichting UvO is daarvoor alsnog een vergoeding betaald die we nu aan de betrokken uitgevers uitkeren. De betrokken uitgevers zijn geïnformeerd. In de UvO webportal kunnen zij hun factuur en bijbehorende specificatie terugvinden.  

    Waar komt dit geld vandaan?
    Stichting UvO heeft afkoopregelingen getroffen met onderwijsinstellingen voor het hergebruik van content. Wij voeren regelmatig controles uit om het daadwerkelijke (her)gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal te onderzoeken. Dit doen we door digitale leeromgevingen en papieren readers te checken. Tijdens controles bij een aantal hogescholen bleek dat er materiaal werd (her)gebruikt dat nog niet was afgekocht en waar ook geen toestemming voor was aangevraagd. ‘Inbreuken’ noemen we dit. De betreffende hogescholen hebben hier alsnog een aanvullende vergoeding voor betaald. Door ons onderzoek weten we precies welke titels er onrechtmatig gebruikt zijn. Deze informatie vindt u terug op uw factuur.
     
    Doorbetaling freelance auteurs
    Zorg ervoor dat uw freelance auteurs ook een deel van deze vergoeding ontvangen. De precieze verdeling is afhankelijk van wat u contractueel overeen bent gekomen, maar doorgaans is dit 50%. Dit geldt enkel voor freelance auteurs. Medewerkers in loondienst hoeft u geen gedeelte hiervan te betalen. Ook freelance beeldmakers en makers van bladmuziek hoeft u niet door te betalen: zij ontvangen direct via hun eigen verdeelorganisatie een vergoeding.
     
    Let op: deze vergoeding kan verdwijnen
    Steeds meer uitgevers kiezen ervoor om ‘hergebruik’ (reuse in course packs) gratis toe te staan in hun licentieovereenkomsten met hogescholen en universiteiten. Dat is uiteraard hun goed recht. De implicatie is echter wel dat deze uitgevers geen vergoeding meer zullen ontvangen vanuit Stichting UvO. Wij incasseren namelijk vergoedingen voor het hergebruik van content. Wilt u deze en andere vergoedingen blijven ontvangen van Stichting UvO? Let dan op de hergebruiksvoorwaarden bij toekomstige onderhandelingen met onderwijsinstellingen.

     

    Sluit dit venster
  • Podcast PRO & UvO

    De Zeven Hoofdzonden: een interviewserie over geleerde lessen, successen en hoofdbrekers in het collectief beheer. Frénk van der Linden, één van 's lands beste interviewers, spreekt in- en outsiders van de uitgeverswereld, het collectief beheer, en het auteursrecht. Sam Bruinsma, voorheen van Kluwer en Brill, wordt als eerste aan de tand gevoeld, en dat levert een goed gesprek op. 

    Luister de podcast via SoundCloud of Spotify.

    Sluit dit venster
  • Uitgevers ontvangen binnenkort vergoedingen afkoopsommen hoger onderwijs

    23 september 2020

     

    Uitgevers ontvingen eind september, uiterlijk begin oktober 2020 een vergoeding van Stichting UvO

     

    Waar komt dit geld vandaan?

    Uw vergoeding is afkomstig uit verschillende geldstromen.

    •       Afkoopregeling universiteiten

    Met de Vereniging van Universiteiten (VSNU) is een afkoopregeling getroffen: de ‘Easy Access-regeling’. Dit heeft UvO bewerkstelligd i.s.m. de Mediafederatie en de internationale uitgevers (IPRO). Universiteiten kunnen tot 50 pagina’s van uw content overnemen (met een maximum van 25%). Dit geldt voor papieren én digitale overnames.

    •        Afkoopregeling hogescholen

    Met de Vereniging van Hogescholen is ook een afkoopregeling afgesloten. Dit heeft UvO gerealiseerd i.s.m. de Mediafederatie en IPRO. Hogescholen kunnen 10.000 woorden uit boeken en 8.000 woorden uit tijdschriften overnemen. Dit geldt voor papieren én digitale overnames. 

    •        Thuiskopie-vergoedingen

    Stichting de Thuiskopie incasseert vergoedingen voor apparaten waarmee consumenten een privékopie kunnen maken (telefoons, iPads, etc.). Sommige dragers lenen zich voor het kopiëren van uitgegeven werk (zoals boeken, tijdschriften, kranten, websites, etc.). Daarom ontvangt u hier ook een deel van.

    •        Eigen vermogen UvO

    Stichting UvO heeft de afgelopen jaren een positief resultaat geboekt. De incasso stijgt, terwijl de administratiekosten relatief laag zijn gebleven. Daarom bieden wij deze baten aan aan uitgevers. Uiteraard worden over deze gelden geen administratiekosten berekend.

     

     

    Hoe wordt de hoogte van mijn vergoeding bepaald?

    De verdeling van de gelden, en daarmee uw aandeel, baseren we op onderzoek. U vindt uw aandeel in de verdeling terug op uw digitale factuur.

    • Op basis van geschat gebruik

    Hogescholen en universiteiten kopen ‘korte overnames’ van uw content af zonder dat zij het daadwerkelijke gebruik registreren. Daarmee is uw vergoeding is grotendeels niet ‘titelspecifiek’, maar een geschatte, redelijke vergoeding voor het gebruik van uw uitgegeven werk. Dit doen wij om de administratieve lasten zo laag mogelijk te houden. Zo krijgt u uiteindelijk meer uitgekeerd.

    • Op basis van steekproeven

    Elke drie jaar wordt het feitelijke, ‘titelspecifieke’ gebruik onderzocht bij onderwijsinstellingen. Dit wordt gedaan door een onafhankelijk onderzoeksbureau, die steekproeven uitvoert. Vervolgens wordt het aandeel per uitgever vastgesteld en een verdeelsleutel berekend. De verhouding van de uitgeversaandelen is daarmee zo nauwkeurig mogelijk.

    • Op basis van toestemmingsaanvragen

    Universiteiten kopen ook ‘middellange’ overnames af (tot 50 pagina’s). Daarom wordt voor deze categorie de info uit de steekproeven aangevuld met een gemiddeld uitgeversaandeel van de toestemmingsaanvragen over de afgelopen drie jaar. Zo houden wij de verdeling zo representatief mogelijk.

     

    LET OP: Betaal het auteursaandeel door

    Uw freelance auteurs hebben waarschijnlijk recht op een gedeelte van deze vergoeding. U bent hier zelf verantwoordelijk voor. De hoogte van de doorbetaling is afhankelijk van uw eigen contractuele afspraken met auteurs. U mag eventueel gemaakte verdelingskosten inhouden, indien u dat bent overeengekomen.

    U hoeft niet door te betalen aan uw medewerkers in loondienst. Ook freelance makers (van foto’s, illustraties, bladmuziek en dagbladen) hoeft u ook niet door te betalen: zij ontvangen namelijk vergoedingen via hun eigen organisaties (LIRA, Pictoright, etc.).

     

    Vragen? Neem gerust contact met ons op!

    Sluit dit venster
  • Readerregeling zijn ondergebracht bij Stichting UvO

    De collectieve regelingen voor het hoger onderwijs worden al vele jaren uitgevoerd door Stichting PRO. Stichting PRO is per 1 januari 2019 echter gesplitst, de readerregelingen zijn ondergebracht bij Stichting UvO. Voor u als uitgever verandert er uiteraard niets, u ontvangt vanaf 2019 echter de vergoedingen vanuit de readerregelingen van Stichting UvO en niet meer via Stichting PRO.

     

    Sluit dit venster
  • Auteursrecht in twee minuten

    Auteursrecht, waarom bestaat het eigenlijk en waar moet je rekening mee houden? Bekijk hier het filmpje van auteursrecht.nl!

    Sluit dit venster
  • Het gemak van collectief beheer

    Collectief beheer…..gemak voor makers én gebruikers. Het gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal roept veel vragen op. Met collectief beheer wordt het gebruik van dit materiaal zo efficiënt mogelijk tegen zo laag mogelijk kosten geregeld. Zo is het voor gebruikers makkelijk geregeld en makers krijgen waar ze recht op hebben. Bekijk hier het filmpje!

    Sluit dit venster
  • PERSBERICHT - Geschillencommissie Auteurscontractenrecht van start op 1 oktober 2016

    PERSBERICHT 

    Den Haag, 30 september 2016

    Geschillencommissie Auteurscontractenrecht van start op 1 oktober 2016

    Auteurs, uitvoerend kunstenaars, uitgevers en producenten kunnen vanaf 1 oktober geschillen, waar zij onderling niet uitkomen, voorleggen aan de daartoe door de wetgever aangewezen Geschillencommissie Auteurscontractenrecht.

    In de op 1 juli 2015 in werking getreden wet auteurscontractenrecht is voorzien in een onafhankelijke geschillencommissie voor een efficiënte en laagdrempelige procedure om problemen tussen makers en exploitanten op te lossen zonder dat er een rechter aan te pas hoeft te komen. Het gaat dan om problemen over de toepassing van de nieuwe wet en de uitleg van de overeenkomst die partijen gesloten hebben om het werk van de maker te exploiteren. Die meningsverschillen kunnen gaan over de billijkheid van het honorarium, gewenste beëindiging vanwege onvoldoende exploitatieresultaten of aanpassing van voor de maker onredelijk bezwarende bepalingen in de exploitatieovereenkomst.

    De Geschillencommissie Auteurscontractenrecht is gericht op continuïteit van de relatie en probeert altijd in eerste instantie een schikking tot stand te brengen, bijvoorbeeld via bemiddeling door een deskundige. Mocht dat niet mogelijk zijn dan volgt een uitspraak, die onderdeel van de overeenkomst kan worden. Zowel de commissieleden als de deskundigen hebben ruime praktijkervaring met dit soort geschillen.

    Beide partijen kunnen een geschil indienen. Voor exploitanten geldt dat zij zich dienen te registreren. Voor makers is het onder omstandigheden mogelijk om via een gemachtigde anoniem te blijven. Aan de behandeling van het geschil zijn geen kosten verbonden voor partijen, behalve klachtengeld en registratiekosten voor exploitanten (in beide gevallen 150 euro). De Federatie Auteursrechtbelangen financiert de kosten van een procedure vanuit collectief voor rechthebbenden geïnde gelden. Het is ook niet nodig om een advocaat in te huren. Het klachtengeld wordt vergoed door de andere partij indien de indiener van het geschil in het gelijk wordt gesteld.

    De Geschillencommissie Auteurscontractenrecht is tot stand gekomen in overleg met Platform Makers en Platform Creatieve Media Industrie en met steun van de ministeries van Veiligheid en Justitie en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De nieuwe commissie wordt ondergebracht bij de Stichting Geschillencommissies voor Beroep en Bedrijf (SGB).

    Meer informatie over de procedure en registratie bij deze commissie kunt u lezen op de website van de Geschillencommissie Auteurscontractenrecht.

    Sluit dit venster